dinsdag 25 september 2012

SPORTS!

Mijn kamergenoot Michael is de doorsnee Amerikaan: politiek interesseert hem niet, maar het kijken van American Football (GO CLEVELAND BROWNS) vind ie fantastisch. Ontbijten doet hij niet (dat kost alleen maar tijd), en zijn avondeten bestaat vaak uit een combinatie van verschillende soorten fast-food. Je zou zeggen dat dit op zijn duur zijn tol zal gaan eisen op Michael's lichaam, maar net als veel Amerikanen heeft hij een oplossing voor al het slechte voedsel dat hij dagelijks verorberd: sport.

Sport in Amerika is niet simpel het achterna rennen van een bal. Sport is heilig.

Veel gebouwen op de campus zijn aan de oude kant en kunnen wel wat aandacht gebruiken, maar dat geldt niet voor het recreation centre. Dit spliksplinternieuwe gebouw staat in het midden van de campus, en is een soort walhalla voor sporters: je kunt de sport zo gek niet bedenken, of je kunt het hier beoefenen (van Basketbal tot Lacrosse tot Yoga tot Racquetball). Bovendien zijn er twee verdiepingen vol met fitness-aparaten, voor een typische Amerikaanse work-out. Dat houdt in voor mannen: 5 minuten hardlopen, en dan urenlang aan gewichten hangen. Voor vrouwen: 30 minuten hardlopen, 30 minuten fietsen, en een beetje spiertraining. Moeten jullie 1 keer raden in welke categorie ik val.

Sporten doe je niet zomaar voor je plezier. Sport gaat om winnen.

Michael speelt voetbal (en daarmee is hij een uizondering in de VS), maar daar houdt het niet mee op. Zo doet hij ook mee aan de intramural-competities Softbal, American Football en Basketbal, gewoon omdat het kan. Daar komt dan nog een aantal keer per week fitness bij, en potjes voetbal buiten de competitie om. Wordt er verloren (met wat dan ook), dan heb ik een kamergenoot die voor pampus op zijn bed ligt. Wordt er gewonnen, dan is Michael 's avonds op stap om het te vieren. In beide gevallen resulteert dit in een overtuigende overwinning voor mij: goede nachtrust!

Sport stopt niet op het moment dat je stopt met sporten. Sport is een levensfilosofie.

Michael eet geen ontbijt, maar neemt wel dagelijks een protein-shake. We verkopen dat soort dingen ook in Nederland, maar in de VS lijkt het wel alsof iedereen het drinkt. Michael's voorkeur ligt bij de chocolade-shake, die volgens de verpakking maarliefst 1000 caloriën per beker bevat, allemaal om de spiermassa te vergroten. Waar je in Nederland nog net aan Gatorade-sportdrank kan komen, is er in de Amerikaanse supermarkt een geheel gangpad gewijd aan sportdrank: 1001 verschillende formules om de spieren zo goed mogelijk bij te staan vóór, gedurende of na een work-out. Ik heb een aantal van deze overprijste drankjes geprobeerd, en kan concluderen dat deze suiker- en calorie-bommen er niet echt voor hebben gezorgd dat ik nu opeens een gespierde hulk ben. En tja, de waarheid is dat Michael dat ook nog niet echt is.

Sport is overal; er hoeft maar een klein stukje grasveld te zijn, of het wordt bevolkt door een groepje mensen die in weer zijn met Frisbees (opvallend genoeg is dat een serieuze sport hier, al ben ik nog steeds niet in staat om zonder te lachen langs serieus gooiende 'frisbee-ers' te lopen). Op het voetbalveld lopen de verschillende sporten door elkaar heen; honkbal, american football, athletiek.. want de interesse in voetbal is schrikbarend laag. Ik ben al in meerdere winkels vierkant uitgelachen nadat ik vroeg of ze toevallig ook voetbalschoenen verkochten; ik ben blij dat ik die mensen heb kunnen opvrolijken met mijn rare Europese voorkeuren, en nog blijer dat ik op internet mooie zwarte adidasschoentjes op de kop hebben kunnen tikken.

En daar is dan ook mijn aandeel in al dat sportgeweld: bijna alle Europese uitwisselingstudenten houden van voetbal (surprise), en we hebben ons eigen intramural-team opgezet. Afgelopen donderdag hebben we onze eerste wedstrijd al gemist, maar laten we het er maar op houden dat we de rest van de wedstrijden gewoon winnen (dat moeten we ook wel uitstralen, want Michael maakt onderdeel uit van ons team, en hij eist niets minder dan 110% inzet). Donderdagavond om 10 uur 's avonds lokale tijd is het zover, de wedstrijd der wedstrijden, natuurlijk live te volgen via de livestream op deze website. Over en uit, tot volgende week.



(Vrijwel geen enkele Amerikaan weet wat Squash is, want zij hebben hun eigen versie van het spel genaamd Racquetball. Toch is er een squash-baan, die al veelvuldig gebruikt is door de Europeanen)


(Vrijwel iedereen heeft hier een eigen beeldscherm; het is per slot van rekening sporten op zijn Amerikaans)



Volleybalveld & Zwembad

maandag 17 september 2012

Vrijheid, gelijkheid, broederschap?

In de vorige blogpost werd al duidelijk dat niet iedereen in de VS er even warmpjes bij zit; de vrouw die ik afgelopen week ontmoette op weg naar het concert van Jason Mraz kon het niet zich niet vooroorloven haar auto te reparareren, hoewel ze wel gewoon een full-time baan had bij een privaat bedrijf. Armoede komt in Nederland natuurlijk ook voor, maar niet op de schaal als hier. Dat komt vooral doordat het systeem van sociale zekerheid hier een lachertje is; iedereen wordt min of meer aan zijn lot overgelaten, omdat zaken als zorgverzekering, huursubsidie, kinderbijslag en uitkeringen hier geheel anders geregeld (of niet geregeld) worden. De vrouw in kwestie was blank. De meeste arme mensen in de VS/St. Louis zijn dat niet.

Meer dan 50 procent van de mensen die in St. Louis wonen zijn Afro-Amerikaans, maar enkel 5,4 procent van de SLU studenten is zwart (85% van de studenten noemt zichzelf blank). Het is niet zo dat zwarte studenten worden tegengehouden op basis van ras, want dat is al een tijdje verboden. Er is zelfs een beleid in de Verenigde Staten genaamd "affirmative action" dat er voor moet zorgen dat er 'genoeg' studenten van alle rassen worden toegelaten op de Universiteiten. Vijf procent is blijkbaar genoeg, en het grootste probleem blijft daardoor economisch: om toegelaten te worden tot SLU moet je veel geld hebben (of veel studiebeurzen ontvangen), en bij die stap vallen veruit de meeste potentiele studenten af. In plaats van een Amerikaanse student toe te laten op basis van goede resultaten, kiest deze school (en vele anderen) ervoor om een Chinese student welkom te heten, want zijn ouders zijn 'filthy rich.' Voor de minder welvarende burgers zit er niks anders op dan op zoek te gaan naar een baan of te gaan studeren aan een minder hoog aangeschreven school.

Waar enkel vijf procent van de studenten zwart is, is de situatie wat betreft het personeel dat rondloopt op campus totaal omgekeerd: zo is het vaak een hele opgave om iemand van een ander ras achter de toonbanken van de restaurants te vinden. Het volgende is typisch Amerikaans: deze mensen zijn veelal ex-daklozen, die zijn geholpen door deze oh zo humanitaire Katholieke school. Er werd ze een baan aangeboden in een van de restauranten op de campus, ze kregen een huurappartementje, en zo werden weer een paar zielen gered van de straat. Een mooi initiatief voor een aantal individuen, maar het pakt de wortels van het probleem natuurlijk totaal niet aan.

De feitelijke tweesplit in St. Louis gaat verder dan het contrast tussen de toonbank en de schoolbank. Als je de campus afloopt naar de dichtstbijzijnde supermarkt, kom je bij een verouderd winkelcentrum. De zwart-wit ratio is in één keer weer omgedraaid, en Afro-Amerikanen zwaaien de scepter. Letterlijk, want de vier bodyguards die 24/7 voor de supermarkt staan opgesteld (inclusief dienstwapen, no jokes) zijn zwart. De man die je vriendelijk welkom heet in de winkel is zwart. De vrouw achter de kassa is zwart. De man die je spullen netjes voor je inpakt is zwart. De supermarkt manager is zwart. Oh wacht, blank natuurlijk. Dit mag dan de 'ghetto supermarkt' genoemd worden (en ik moet zeggen, met recht mogen ze deze eretitel dragen), de man aan de top is toch nog steeds blank.

Hetzelfde geldt voor de metro. De security guards zijn zwart. De dakloze man die op een bankje zit is zwart. De mensen in de metro zijn zwart. Het is een gokje, maar de voorzitter van de bv die het openbaar vervoer regelt in St. Louis... heeft toch zeer waarschijnlijk een lichtere huidskleur (oké, toegegeven, om geen flater te lopen heb ik het even opgezocht, en John M. Nations is inderdaad witter dan wit).

Het is stuitend om te zien hoe normaal iedereen de verschillen hier lijkt te vinden. De blanke studenten weten niet beter dan te worden geholpen door zwarte bedieners, terwijl de Afro-Amerikanen in kwestie maar al te blij zijn met de baan die ze konden vinden en je daarom met overdreven vriendelijkheid behandelen. Het is een situatie van ongelijkheid waar één partij het gehele probleem probeert 'op te lossen' met een daad van liefdadigheid, terwijl de andere partij mede daardoor niet in staat lijkt iets aan de status quo te doen. Ook dat is Amerika.

woensdag 12 september 2012

Jason Mraz, en alles daaromheen.


Als groot fan van Jason Mraz ben ik wel gewend aan de voor- en nadelen dat het me oplevert. Veel vrouwen vinden het zeer interessant, mannen schudden vaak teleurgesteld hun hoofd. In Nederland kon ik de (mannelijke) kritiek die ik kreeg toen ik aankondigde naar een van Jason Mraz's concerten te gaan nog wegtoveren door met een quasi-sippe blik te vertellen dat Vivian me mee had gesleept, maar hier in St. Louis heeft dat argument alle kracht verloren. Dat belette me echter niet om alsnog naar Mraz te gaan, samen met de andere student die uit Groningen is overgekomen naar St. Louis, Thomas.

Het concert was fantastisch: we kregen stoelen toegewezen op één van de voorste rijen, Jason Mraz is een showman en een uitstekend zanger, en er werd zelfs een huwelijksaanzoek gedaan toen hij zijn bekendste nummer "I'm Yours" opvoerde (zoals dit, maar dan in een half open constructie, op een heerlijke nazomerse avond). Dit gebeurde niet stilletjes, want we zijn per slot van rekening in The United States of America. Jason stopte midden in zijn lied pardoes met zingen, om een aantal woorden uit te spreken: "Andrew, this is your cue" (Andrew, dit is het moment). De lichten gingen uit, met de uitzondering van één zoeklicht, dat wanhopig op zoek was naar die ene man die Andrew heette. Uiteraard was alles van tevoren gepland, dus de lichtoperator was in staat om Andrew en zijn vriendin te belonen met een grote scheut fel wit licht. Een aantal meisjes begon te schreeuwen, blijkbaar wisten zij al door wat er stond te gebeuren. Andrew, in een beweging die raar én beleefd tegelijkertijd was, zwaaide eerst nogal sullig naar Jason, om zich daarna om te draaien en door de knieën te gaan voor zijn vriendin. Het hele publiek kon dit meemaken, want op de verschillende grote schermen werd de episode in HD-kwaliteit afgespeeld. Meer vrouwen (en misschien wat mannen) begonnen te schreeuwen, al is het Nederlandse woord schreeuwen eigenlijk niet sterk genoeg om te beschrijven wat voor geluid er uit de kelen komt van sommige Amerikanen. Vergelijk het met het geluid dat voortkomt uit het krassen met een krijtje over een schoolbord, dat vermenigvuldigt met 10, en daar een soort berenschreeuw achteraan: Zó schreeuwen Amerikaanse vrouwen, en zó vier je een Amerikaans huwelijksaanzoek. Ook Nederlandse vrouwen die dit lezen willen natuurlijk weten wat het antwoord was van de nogal verdwaasde dame: als ik het goed kon zien, was het een stamelend 'Ja'. Gelukkig maar.

De automobiel is een soort van eerste levensbehoefte in de VS. Lopen? Daar houden de Amerikanen niet van. Fietsen? Dat kunnen de meesten niet eens (bovendien is het le-vens-gevaarlijk). Dan heb je nog het openbaar vervoer, maar dat is zo waardeloos dat alleen de armste mensen er gebruik van maken, puur bij gebrek aan betere mogelijkheden. Als studenten behoren wij tot de laatste categorie, en dus gingen Thomas en ik een groot avontuur aan door een reis van ruim een uur met de metro en bus te maken. Ik zei al dat vooral arme mensen voor het openbaar vervoer kiezen, en het is nogal oneerlijk, maar in St. Louis betekent dat gekleurde mensen. Niet dat ik me onveilig voelde, maar het feit dat wij daar zo ongeveer de enige blanken waren geeft je toch een vreemd gevoel: het toont maar weer eens aan dat iedereen naar uiterlijke kleurverschillen kijkt, of dat nou bewust of onbewust gebeurd.

Onze reis verliep uiteindelijk goed, en het gaf ons de mogelijkheid een hoop interessante personages te bekijken en ontmoeten. Zo kwamen we een Amerikaanse vrouw van een jaar of 40 tegen in de bus die ook naar Jason Mraz bleek te gaan. We startten een gesprek met haar, en kwamen zo al snel een aantal harde waarheden te weten in het leven van een 'working-class' Amerikaan. Deze blanke vrouw gebruikte dus het openbaar vervoer, en ze vertelde bijna verontschuldigend dat 'ze normaal nooit de bus pakt' (want tja, die is er alleen maar voor zielige lui). Ze werd er echter toe verplicht, want haar auto was kapot gegaan, en ze had eenvoudigweg geen geld om het oude wrak te repareren. De economische crisis had ook haar geraakt, haar loon was niet gestegen, en geldproblemen werden de orde van de dag. Ze vertelde ons ook nog dat ze hoopte dat Obama wordt herkozen in november, want met Romney aan het roer zag ze het leven in Amerika niet meer zitten. "Ik hou van Amerika, en ik hou van St. Louis, maar ik denk er serieus over na te emigreren naar een ander land, Canada of zoiets, en ik ken meer mensen die er zo over denken," besloot ze, ons een duidelijk beeld gevend van hoe het leven in Amerika ook kan zijn.

Ze gokte er maar op dat het openbaar vervoer haar ook weer zou terugbrengen, en op de terugreis zaten we inderdaad weer met haar in de bus. Door een file net buiten het amfitheater miste ze echter haar aansluiting. Tien kilometer verwijderd van haar bestemming, ze besloot te gaan lopen naar huis. Wij opperden nog of ze niet een taxi kon nemen, maar dat idee wuifde ze snel weg. Nee, ze ging wel lopen, want taxi's zijn ook zo duur. Tien kilometer lopen, in het midden van de nacht, dat zouden veel Nederlanders niet direct overwegen, maar deze vrouw was niet op andere gedachten te brengen. Dus daar ging ze, op weg naar huis, wandelend over een onverlichte weg, in een nou niet bepaald veilige wijk. Thomas en ik keken elkaar verbijsterd aan, hetzelfde denkend: hopelijk weet ze haar eindbestemming veilig te behalen.




maandag 3 september 2012

From heaven to hell in 5 seconds


Saint Louis University is een privé-universiteit, en dat is te merken. De meeste oudere studenten zijn in het bezit van een auto, en dan niet een lullig autootje zoals een Renault Twingo (Ha die verkopen ze hier helemaal niet!), maar liever een mooie Jeep, Landrover of een lekker grote Ford Escape. De meeste studenten komen uit een welgestelde (blanke) familie, of zijn zo intelligent dat alles voor ze betaald wordt door middel van studiebeurzen.  Dat is nodig ook, want het jaarlijkse collegegeld bedraagt maarlieft 35.000 dollar. Daarbij komt dan nog het huren van een kamer/apartement, wat ook nog eens zo'n 5000 dollar per semester aan kosten oplevert.

Daar krijg je wel wat voor terug: de campus ziet er uit als een klein paradijs. Mooie, nieuwe gebouwen, bomen, bankjes, en zeer groen gras. Vooral voor dat groene gras zijn gigantische hoeveelheden water nodig, want het klimaat in Saint Louis is nogal droog. De eerste twee weken was het constant rond de 35 graden celsius met een strakblauwe lucht, maar de overblijfselen van de tropische storm Isaac hebben daar een einde aan gemaakt afgelopen weekend (meteen mijn eerste tornado-alarm overleefd!). Dat bewateren van het gras neemt de Universiteit zeer serieus, het viel me onlangs op dat ze zelfs het kunstgras veld besproeien. Onkruid wordt bestreden door kleine tractoren met grote voorraden verdelgingsmiddelen. Nee, zich zorgen maken over het milieu doen ze hier niet.. Verder kun je alles vinden op de campus: meerdere bibliotheken, talloze restaurants, een kapper, een soort van supermarktje, sportvelden, fitnesscentra, etc. In het gebouw waar ik woon zit zelfs een echte kapel! Er werd me verteld dat er één keer in de twee weken een mis in het Spaans zal worden gehouden, maar ik denk niet dat de combinatie van het Katholieke geloof en de Spaanse taal op mijn lijf geschreven is.

Anyways, de campus is net een klein dorp, en ziet er prachtig uit. Het ligt midden in Saint Louis, een middelgrote stad, die niet bepaald het aanstaren waard is. Het gekste wat ik tot nu toe heb gezien is het grote contrast tussen on-campus en off-campus. Je hoeft maar 5 meter buiten de campus te lopen, en een gevoel van ongeloof bekruipt je. Groen gras? Nergens te zien. Mooie nieuwe gebouwen? Eerder een aantal bakstenen creaties met dichtgetimmerde ramen. Bomen? Dood. Bankjes? Die zijn er wel, maar zijn meestal bewoond door een aantal zwervers. Hoewel er genoeg beveiligingspersoneel op de campus te vinden is, geven de lege straten net buiten de campus niet echt een gevoel van veiligheid.

Het grote contrast tussen arm en rijk is nogal stuitend, hopelijk kan ik jullie daar later meer over vertellen. Voor nu heb ik wat foto's genomen om te laten zien hoe dat verschil tussen de campus en de rest van de stad er nou precies uitziet..


Laten we positief beginnen: On-Campus

Het gebouw waarin ik woon, Pruellage Hall ("oooooh")

The Clock Tower, het middenpunt van de Campus ("oeeehhh")


("aaaahh")
zelfs het kunstgras wordt besproeid!

 En daar komt het.. Off-Campus                                                 

Genomen vanaf een plek op de campus; net buiten de poorten begint de misère al
Typisch Amerikaanse Back-alley


Dit gebouw blijkt een half jaar geleden te zijn afgebrand, maar men heeft geen haast om iets aan de troep te doen

 Somebody need a door?